Een krachtige noordenwind brengt het wateroppervlak van de Noordzee in grote beroering. Golven beuken tegen de mijnenjager Hr. Ms. Schiedam, die zich niet door het natuurgeweld laat tegenhouden.

Vertrokken vanuit de Berghaven in Hoek van Holland zet het marinevaartuig koers naar een plek op zo’n 10 kilometer uit de kust van het Zuid-Hollandse Goeree-Overflakkee. Op 24 april hebben vissers van de OD-6 ”Zeldenrust” in een hoofdroute van de scheepvaart een bom uit de Tweede Wereldoorlog opgevist in hun netten en het projectiel weer overboord gezet. De marine heeft het gevaarte voorzichtig verplaatst naar een veiliger plek voor de Goereese kust. Al eerder heeft ze de nodige voorbereidingen getroffen om de „gecontroleerde” explosie aan de pers te tonen.

„Het aantal meldingen van explosieven door vissers is enorm toegenomen”, zegt luitenant ter zee der 2e klasse en oudste officier Olav Thesingh. „Tot voor het tragische ongeval met de Ouddorpse viskotter kregen we zo’n vijftig tot zestig meldingen per jaar. Datzelfde aantal haalden we vlak na het ongeval zelfs per maand. Vissers gooien het projectiel overboord, geven de gps-coördinaten van de vindplaats door aan de kustwacht en proberen met een schematische explosievenkaart te bepalen om welk soort bom of zeemijn het gaat. De kustwacht schakelt vervolgens ons in. De vissers hebben ook de beschikking over kleine oranje boeien, waarmee ze de ligplaats van het explosief kunnen markeren.”

Thesingh kan niet precies zeggen hoeveel bommen of zeemijnen uit de Tweede Wereldoorlog nog op de bodem van de Noordzee liggen. „We zijn waarschijnlijk nog wel tientallen jaren zoet, want er zijn gebieden waar zich grote concentraties explosieven bevinden. Dan gaat het vooral om de aanvliegroutes van geallieerde vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog. Die toestellen mochten in Groot-Brittannië niet landen als ze nog explosieven aan boord hadden. De dodelijke lading werd dan eenvoudigweg gedropt boven de Noordzee.”

Een ruwe schatting van de Britten uit de jaren vijftig leert dat er in de Noordzee zeker 300.000 projectielen uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog zijn terechtgekomen.

De Hr. Ms. Schiedam nadert intussen de plaats waar de Amerikaanse vliegtuigbom ligt. Zonnestralen beschijnen fel de oranje markeringsboei. Het marinevaartuig blijft op een eerbiedige afstand van zo’n 400 meter. Duiker Mark Bosgra vaart met zijn begeleiders in een rubberboot naar de plek waar hij het water zal ingaan. Met 18 kilo explosieven verdwijnt hij onder het wateroppervlak. Hij heeft de opdracht de springstof te verbinden aan het ontstekingsmechanisme van de 500-ponder, die op een slordige 15 meter diepte ligt.

Olav Thesingh waarschuwt via de radio andere schepen in de buurt voor de komende explosie. Op de scheepsbrug volgt commandant Rick van Kampen de verrichtingen van zijn mannen in de rubberboot die bezig zijn hun collega weer aan boord van het vaartuig te hijsen. Niet veel later steken ze een blauwe vlag in de lucht, het teken dat alles in orde en gereed is.

Van Kampen begint op de commandobrug van de Hr. Ms. Schiedam af te tellen. „10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1…” Een zware dreun klinkt. De schokgolf die de explosie onder water veroorzaakt, is duidelijk voelbaar in de mijnenjager. Binnen luttele seconden verheft zich vanuit de Noordzee een reusachtige waterzuil. Als het water weer is neergedaald, herinnert slechts een grote ronde schuimvlek aan de explosieve krachten die zich vanaf de zeebodem een uitweg naar boven zochten. Boven het woelige wateroppervlak cirkelen talrijke meeuwen die zich het rijke maal dat door de explosie is komen bovendrijven niet laten ontzeggen.

„Een geslaagde actie”, blikt Thesingh tevreden terug. „Hoe goed onze apparatuur ook is, we zijn nog altijd afhankelijk van de elementen of we ons werk kunnen doen. Een ruige zee kan roet in het eten gooien.”

Beneficial Cooperation
Belgische en Nederlandse mijnenjagers werken al sinds het ongeval aan boord van de Ouddorpse viskotter op 6 april 2005 24 uur per dag samen in de operatie Beneficial Cooperation. Die is erop gericht zoveel mogelijk mijnen, bommen en ook oude torpedo’s te vernietigen die de visserij bedreigen.
Een woordvoerster van de Koninklijke Marine zei gisteren dat er tijdens de komende vlootdagen van de marine op 13 en 14 juli in Den Helder aandacht zal zijn voor de operatie. De marine wil de relatief onbekende taak van de mijnenruiming beter onder de aandacht van het publiek brengen.