HAARLEM – Tijdens de uitzending van het NCRV-programma vraagt Olga Rains, een Nederlandse die getrouwd is met een Canadese soldaat, bevrijdingskinderen contact op te nemen. Ze wil hun vaders traceren. Aanleiding vormen de borden die Olga ziet tijdens een militaire parade voor Canadese veteranen. Daarop staat: Are you my daddy?. Als Marian de uitzending ziet gaan alle remmen los. ,,Ik heb toen voor het eerst vreselijk gehuild. Ik wist opeens: ‘Er zijn er veel meer’!”
Vanaf dat moment staat haar leven flink op zijn kop. Via de NCRV krijgt Marian het adres van Olga. Ze schrijft haar een brief met informatie over en foto’s van haar Canadese vader Pat Dayton. Marian wil echter ook dolgraag iemand ontmoeten die hetzelfde had meegemaakt. Ze plaatst kleine advertenties met oproepen in de krant. Ze organiseert bijeenkomsten voor bevrijdingskinderen en ze schakelt de pers in om meer kenbaarheid te geven aan de gebeurtenissen. ,,Ik deed dingen die ik nu niet meer zou durven”, lacht ze.
Veel bevrijdingskinderen bellen en Marian hoort van hen uiteenlopende verhalen. Sommigen zijn opgevoed door hun oma of tante. Anderen zijn geadopteerd. Toch zijn ook veel kinderen gewoon door hun eigen moeder opgevoed. Alle bevrijdingskinderen hebben iets gemeen. Het gevoel anders te zijn. Bovendien willen de meesten hun biologische vader ontmoeten. ,,Je bent niet op zoek naar een vader die je verzorgt”, zegt Marian. ,,Maar je wilt weten wat je wortels zijn.”
Gevonden
Ondertussen trekken Olga en haar man Lloyd in Canada alles na. Ze hangen posters op en doen navraag bij veteranenclubs. De naam Dayton komt veel voor en dat bemoeilijkt de zoektocht. Later blijkt dat Pat weet dat het echtpaar Rains hem zoekt, maar hij neemt geen contact op. In 1984 gaan Olga en Lloyd naar Nederland om materiaal te verzamelen voor een Canadees televisieprogramma over bevrijdingskinderen. Het ’toeval’ wil dat het gezin Dayton naar het programma kijkt. Olga laat een tafel vol met foto’s zien van Canadese vaders waarnaar ze op zoek is. ‘Hey, that’s dad’, herkent ??n van Pats dochters haar vader. Het betekent een schok voor hen want ze wisten niet van Marians bestaan af. Na overleg nemen ze contact op met Olga.
Olga belt Marian en zegt: ‘Ik heb hem gevonden’. Het is voor haar een heel bijzonder moment. Kort daarna heeft Marian een kort en emotioneel telefoongesprek met haar vader. Dan heeft ze nog maar ??n wens: naar Canada toe. Ze wil haar vader ontmoeten en weten of ze op hem lijkt. Ze hoopt eindelijk antwoorden te krijgen op vragen die ze zichzelf al jarenlang stelt. Want haar moeder weigert te praten over wat er vlak na de bevrijding gebeurde.
Rooms-katholiek
In mei 1945 is Marians moeder als 24-jarige de jongste uit een groot en streng rooms-katholiek gezin van goeden huize. Haar broers trekken met Canadese soldaten op en zo ontmoet ze Pat Dayton. Ze raakt zwanger en houdt het geheim, ook voor haar ouders. Pat weet van het kind maar vertrekt toch naar Canada. Onder het voorwendsel van overspannenheid gaat Marians moeder een poosje uit huis. Haar broer is pastoor en is wel op de hoogte. Hij regelt een adres waar zijn zus het kind ter wereld kan brengen. Moeder Isabella (destijds 50), een leidinggevende moederoverste van een ziekenhuis, stemt toe de baby te verzorgen. Op 27 juni 1946 komt Marian ter wereld en staat aanvankelijk met de verzonnen naam Van Dalen in het geboorteregister.
Als Marian tien dagen oud is, staat haar moeder haar af. Ze verhuist met moeder Isabella naar het ziekenhuis in Losser. Marian brengt er haar kinderjaren door en ontvangt veel liefde van de nonnen. ,,Ik heb een goede jeugd gehad”, zegt ze. ,,Er was een boerderij en een tuin en ik speelde met de kinderen uit het ziekenhuis. Als het tijd was voor bezoek luidde ik de bel.”
Over moeder Isabella is ze vol lof. ,,Ze was een wijze, sociale en doortastende vrouw. Ze zag bijvoorbeeld dat non worden niet bij mij paste. Ze gaf me liefde, maar was ook streng. In de oorlog hielp ze onderduikers. De Duitsers hield ze op afstand door besmettelijke ziekten voor te wenden. Omdat ik bij haar woonde, noemde iedereen me Marianneke van het ziekenhuis.”
Spreien
Voor de buitenwereld gaat Marian door voor de dochter van een evacu?. Haar grootmoeder haakt spreien voor het ziekenhuis en komt wel eens op bezoek. Pas jaren later ontdekt ze dat Marian haar kleinkind is. Marian weet wel wie haar echte moeder is. ,,Ik kreeg kaarten van haar en ze kwam een keer op bezoek met haar kinderen. Ze was inmiddels getrouwd. Haar man heeft me gewettigd, dus kreeg ik als vierjarige zijn achternaam. Maar ze deed geen poging om mij terug te krijgen. Wellicht had ze het op dat moment te druk met haar eigen leven.”
Marian gaat naar de meisjesschool en realiseert zich haar ongewone situatie. ,,Ik kwam bij andere gezinnen thuis. Ik vond de sfeer intiemer dan in een groot ziekenhuis. Ik vroeg me af waarom mijn moeder een non was en waarom ik geen vader en grootouders had of broers en zussen die voor me op kwamen. Maar ik stelde moeder Isabella geen vragen.”
Als twaalfjarige gaat Marian naar een rooms-katholieke kostschool. Moeder Isabella krijgt tegelijkertijd een nieuwe werkplek. Marian raakt haar ’thuis’ van haar kinderjaren kwijt. Met de puberteit komen de vragen en Marian kan op kostschool haar draai niet vinden. Daarom plaatst moeder Isabella haar in een pleeggezin. Een weduwnaar en zijn zus vangen Marian liefdevol op maar toch lukt het niet want Marian zit te veel met zichzelf in de knoop. Als ze vijftien is, schrijft Marian een brief naar haar moeder. Ze vraagt of ze bij haar mag wonen en dat is meteen goed.
Marian vertrekt naar de hoofdstad en heeft naast een vader en moeder opeens een broer en twee zussen maar ze past zich goed aan. Kort daarna verhuist het gezin naar het noorden, de geboortestad van haar nieuwe vader. De mensen kennen hem en ze merken op dat hij opeens nog een kind heeft. Hij brengt Marian in een lastig parket door zijn verbod om over vroeger te praten.
Marian verbreekt tijdelijk het contact met moeder Isabella door niet op haar brieven te reageren. In het tekenen vindt ze een tijdelijke uitlaatklep. Later blijkt dat een talent te zijn dat ze van haar echte vader heeft ge?rfd. Met haar moeder probeert ze wel eens over vroeger te praten, maar die reageert afwijzend.
Op de kweekschool ontmoet Marian Siebren. Ondanks de afwijzende reactie van haar ouders trouwen ze toch. Marian heeft weer contact met moeder Isabella en die kan goed overweg met Siebren. ,,Ze heeft mijn hele leven gebeden of ik een goede rooms-katholieke jongen mocht vinden”, lacht Marian. ,,Ik kwam met de gereformeerde Siebren maar het klikte meteen.”
Zwanger
Marian raakt zwanger maar maakt toch haar studie af. Als Maeike wordt geboren, komt moeder Isabella bakeren. De komst van Maeike zet Marian weer stil bij haar eigen jeugd. Ze probeert opnieuw tevergeefs met haar moeder te praten. Wel geeft die eindelijk een foto en de naam van Marians vader. Marian krijgt nog twee dochters Wieke en Boukje. Tegenover hen is ze heel open over haar afkomst. ,,Op een gegeven moment vertelde ik een verhaaltje over een meisje dat verliefd werd op een Canadese soldaat en dat ze samen een baby kregen. Wieke had snel door dat ik die baby was.”
Als Marian met haar zoektocht begint, leeft het hele gezin mee. Elke keer als er een brief uit Canada komt, hopen ze dat die nieuws bevat over Pat Dayton. Als Marian hem uiteindelijk in 1984 aan de telefoon krijgt, volgt al snel een brief. ,,Het eerste wat me opviel, was het prachtige handschrift”, vertelt Marian. De gepensioneerde Pat heeft altijd als reclametekenaar gewerkt. Hij schrijft dat hij al jaren gelukkig getrouwd is en twee dochters heeft en momenteel een kas bouwt. Voor Marian zijn het allemaal herkenningspunten. ,,Ik kan goed tekenen, ik heb jaren les gegeven in handvaardigheid en ik ben dol op tuinieren”, licht ze toe. ,,Vooral de laatste zin in deze brief heeft me goed gedaan”, zegt Marian en ze leest voor: ‘Gezien de beroerde start die wij je gegeven hebben, kan ik je alleen maar van harte feliciteren met alles wat je in je leven hebt bereikt.’ Marian ziet het als een stukje erkenning.
Zenuwinzinking
Diezelfde zomer vertrekt Marian voor drie weken naar Canada en krijgt er een hartelijk welkom van haar twee halfzussen en Pats vrouw. Voor het eerst in haar leven gaat ze met Pat op de foto. Net als Pat is Marian een gesloten type. Ze is bang dat ze kansen om iets te vragen onbenut laat. Vlak voor haar vertrek krijgt ze een portret van haar vader, die de bekende Lewis Parker heeft getekend. Marian koestert het als een kostbaar geschenk. Terug in Nederland slaat de stemming in Canada radicaal om. Pats vrouw krijgt een zenuwinzinking en Pat verbreekt vanwege haar het contact met Marian, de dochter die hem zojuist gevonden heeft. Contactpersoon Olga Rains probeert nog via een telefoongesprek tevergeefs met Pat te bemiddelen. Marian heeft het gevoel dat haar vader haar voor de tweede keer laat zitten.
Toch prijst Marian zichzelf gelukkig met haar man en gezin. ,,Door mijn achtergrond ben ik daar extra blij mee. Veel bevrijdingskinderen hebben het moeilijker gehad. Maar de geschiedenis blijft een zere plek in mijn leven. Mijn vader heeft me in de steek gelaten en mijn moeder heeft me weggegeven. En het houdt niet op bij mijzelf. Mijn eigen kinderen hebben geen opa en oma door deze geschiedenis.”
Marian weet niet of haar vader nog leeft. ,,Ik heb al twintig jaar niks van hem gehoord.” Met haar moeder heeft ze weinig contact. Ze sturen elkaar alleen een kaart bij verjaardagen. Alle krantenknipsels, brieven en documentatie over haar zoektocht zitten in een doos. ,,Die doos met herinneringen staat toch veiliger op zolder.” De tijd en haar gezin werken helend. Onlangs kreeg Marians jongste dochter Boukje haar derde dochter. Ze heet Isabel, een naam die zoveel goede herinneringen oproept.
Bron Nederlands Dagblad