Sidney Glen Peterson was op zijn 21e
navigator van de Halifax, die na een bombardement op Aken op de
terugweg was naar Yorkshire in Engeland.
Boven Hank ging het mis.
Het Britse toestel met Canadese bevrijders werd opgemerkt door
Karl-Heinz Scherfling, piloot van een Duitse nachtjager. Na een hevig
vuurgevecht stortten de Canadese bevrijders neer. De bommenwerper
boorde zich met razend geweld in de dijk van de ’Kromme Holle’, een
gedeelte van de Oranjepolder bij Hank.
Tijdens de crash brak het
toestel, het voorste deel eindigde in de moerasgrond achter de dijk.
Alle zeven inzittenden kwamen om het leven. Slechts twee lichamen
konden worden geborgen.
Na jaren politiek gekissebis en het
inzamelen van de minimaal benodigde 250.000 euro, wordt de komende
weken gezocht naar de restanten van de overige ongelukkigen.

Meegedragen

Meer
dan zestig jaar na de verschrikkelijke nacht staat Roy Peterson vlak
bij zijn broer. „Ik was zeven jaar toen hij verongelukte. Mijn hele
leven heb ik dat met me meegedragen. Ik hoop dat we hem nu eindelijk
het graf kunnen geven waar hij recht op heeft.“
Zeker is dat nog
allerminst, benadrukt kapitein Hans Spierings van de bergingsdienst van
de luchtmacht. Hij leidt de operatie de komende weken. „Het kan altijd
tegenvallen. Ook als we dadelijk botten vinden, wil dat nog niet zeggen
dat we ook weten van wie ze zijn. Het gaat om het identificeren van de
overblijfselen. Daarvoor hebben we bijvoorbeeld een ketting of een
portemonnee nodig.“
De berging wordt uitgevoerd door negen mensen
van de luchtmachtbergingsdienst, Explosieven Opruiming Dienst (EOD),
gravendienst en civiel-technisch bedrijf Heijmans Speciale Technieken.

Explosieven

De
grond waar het vliegtuig onder ligt wordt laagje voor laagje
afgegraven, eerst machinaal en later met de hand. Als het weer mooi
blijft , denkt Spierings aan het einde van deze maand klaar te zijn.
Een moeilijke klus is het volgens hem niet. „We hebben te maken met
mogelijke explosieven aan boord van de Halifax, met verontreinigde
grond en met stoffelijke resten. Maar daar hebben we allemaal
specialisten voor.“
Een belangrijke klus is het wel, benadrukt
Spierings. „Voor de nabestaanden. Vermist worden, is verschrikkelijk.
Als je zoals ik ??n keer de begrafenis hebt meegemaakt van een man die
na vijftig jaar is gevonden, snap je het belang voor de naasten. Zijn
vrouw was er bij. Vijftig jaar had ze gehoopt op zijn terugkomst. Ze
was nooit meer aan iets nieuws begonnen.“

Bergen

Anton
van der Pluijm zag de Halifax in 1944 neerstorten. Hij woonde en woont
vlak bij de plek waar het vliegtuig zich in de grond boorde. „Van de
Duitsers moest ik meekomen, helpen bij het bergen van de stoffelijke
resten van de twee mannen die uit het toestel waren geslingerd. „De
andere vijf bemanningsleden zaten in het toestel in de grond.“
Van
der Pluijm kon het ongeval nooit vergeten. „In 1989 heb ik het eerste
telefoontje gepleegd om het toestel geborgen te krijgen. Vermist is
erger dan dood. Nu begint het eindelijk. Dit is een heel bijzondere
dag.“

Kijkmiddagen

Hankenaar Van der Pluijm gaat de
berging op de voet volgen. „Een keer of vijf, zes per dag wil ik wel
gaan kijken.“ Ook overige belangstellenden kunnen terecht aan de
Aakvlaaiweg in Hank. De eerste twee kijkmiddagen worden gehouden op
dinsdag 13 en donderdag 15 september, om 16.00 uur.
Eind volgende
week moet Roy Peterson terug naar Canada. Tegen die tijd hoopt hij iets
meer te weten over zijn broer. „Zijn grafsteen is al zestig jaar klaar.
Die staat op de militaire begraafplaats in Nijmegen. Ik hoop dat we hem
daar nu ook neer kunnen leggen.“
http://www.brabantsdagblad.nl/halifax
http://www.werkendam.nl

Bron: Brabants Dagblad