De dodenakkers van Diksmuide, precies een jaar geleden. Er stijgt applaus en boegeroep op als de historicus Frans-Jos Verdoodt en voorzitter Lionel Vandenberghe van het IJzerbedevaartcomit? ruim een halve eeuw na het einde van de Tweede Wereldoorlog excuses aanbieden voor de collaboratie. De ??n spreekt na afloop van ‘een historisch pardon’. De ander van een schamele spijtbetuiging, minstens 45 jaar te laat. De oorlog is in België nog niet verteerd. Integendeel, zegt de Antwerpse historicus Bruno de Wever, co-auteur van de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. "Zelden werd zoveel over collaboratie en repressie gepraat als de voorbije maanden in België." Eerst was er de late, maar volgens De Wever wel degelijk historische spijtbetuiging op de IJzervlakte. Daarna volgde de affaire rond Johan Sauwens, de Vlaamse minister die in mei moest aftreden nadat uitlekte dat hij een feestje had bijgewoond ex-Oostfrontstrijders en neonazi’s, onder wie de Nederlandse NSB-weduwe Rost van Tonningen. Een – zeker voor Nederlandse begrippen – onbegrijpelijke blunder. De affaire-Sauwens, die in de Franstalige pers breed werd uitgemeten, dreigde even een nieuwe kloof te slaan tussen het ‘linkse’ Wallonië en het ‘rechtse’ Vlaanderen, maar bracht de discussie over het oorlogsverleden uiteindelijk in een stroomversnelling. De Franstalige vice-premier en minister van buitenlandse zaken Louis Michel, die bekend staat om zijn harde uitspraken aan het adres van extreem rechts, hoedde zich ervoor Sauwens aan de schandpaal te nagelen en hield zich opvallend gedeisd. Sterker: hij liet weten 57 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog bereid te zijn om met Vlaanderen over die donkere bladzijde uit de Belgische geschiedenis te praten.

Mythe
"Ook dat is historisch", zegt De Wever. "Jarenlang hebben de Franstaligen elke dialoog geweigerd onder het mom dat zij goed en de Vlamingen fout waren in de oorlog. Een mythe, natuurlijk. In Wallonië werd even hard met de vijand geheuld als in Vlaanderen." De Wever is als historicus verbonden aan de universiteit van Gent en is gespecialiseerd in de geschiedenis van het Vlaams nationalisme, de Vlaamse Beweging, de Tweede Wereldoorlog en de collaboratie, het negationisme en extreem-rechts in België. Niet de hele Vlaamse Beweging was fout in de oorlog, benadrukt hij. "Alleen de radicale Vlaams-nationalisten gingen in de fout. De bezetter beloofde hen een eigen Vlaamse staat; zelfbestuur en macht. Zij werden meegezogen door die beloftes." Probleem is dat ook fatsoenlijke, democratische Vlaamse politici te lang geweigerd hebben om zich te distantiëren van het extreem-rechtse Vlaams nationalisme. De collaborateurs waren dan wel het zwarte schaap, ze waren wel nog steeds lid van ‘de Vlaamse familie’. En dat is meteen de reden waarom het neonazistische tuig nooit werd weggetrapt van de IJzerbedevaarten.

Tweederangsburgers
Nog steeds zijn er Vlamingen die volhouden dat de collaborateurs zich nergens voor hoeven te schamen. Dat ze gelijk hadden toen ze zich (voor de tweede keer) in de armen van de Duitse bezetter wierpen. Waarom zouden ze vechten voor een vaderland dat hen behandelde als tweederangsburgers? Ook in de Eerste Wereldoorlog waren er jongens die de kant van de Duitsers kozen. Omdat ze de vernederingen en de verdrukking door de (Franstalige) legerleiding beu waren en hoopten met de hulp van de Duitsers hun ideaal – een onafhankelijk Vlaanderen – te verwezenlijken. Moeten ze zich daarvoor schamen? Nee, vindt Frank Vanhecke, voorzitter van het Vlaams Blok. En met hem de bruine splinterbewegingen die elk jaar in het laatste weekeinde van augustus naar de dodenakkers van Disksmuide trekken om aan de voet van de IJzertoren – het symbool van Vlaanderen bij uitstek – de doden te herdenken en de eis voor een onafhankelijk Vlaanderen opnieuw kracht bij te zetten. Toch gaat het comit? dit jaar op de ingeslagen weg voort, lijkt het. Het thema van de 74e IJzerbedevaart – ‘Vooruit maar niet vergeten’ – is gebaseerd op een manifest dat De Wever samen met collega-historici en enkele Vlaamse intellectuelen schreef over de oorlogsjaren. Daarin wordt de collaboratie niet langer afgedaan als een vergissing, maar als een fundamentele fout.

Vergoeilijkt
Eerder had De Wever al met zijn boek ‘Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde’ korte metten gemaakt met de manier waarop Vlaanderen jarenlang de zwarte kantjes van het radicale flamingantisme heeft geprobeerd te verdoezelen. De Wever: "De collaboratie is in Vlaanderen veel te lang vergoelijkt. Goed, nogal wat jonge soldaten heulden met de vijand uit idealisme – een eigen Vlaamse staat. Maar dat neemt niet weg dat ze hebben samengewerkt met ??n van de meest verderfelijke regimes van de vorige eeuw." Voorzitter Vandenberghe van het IJzerbedevaartcomit? staat zondag voor een moeilijke taak, erkent De Wever. "Doorgaan op de ingeslagen weg betekent dat hij de radicalen tegen zich in het harnas jaagt. Ik denk dan ook, dat hij heel voorzichtig te werk zal gaan. Hij moet immers ook de Vlaams Blok-aanhang die op de IJzerweide staat, tevreden stellen." In Diksmuide kwam het al eerder tot botsingen tussen de radicalen en de gematigden. Zo bestond en bestaat onder de rechtse vleugel nog steeds veel ongenoegen over het nieuwe motto van de bedevaarten: Vrede, Vrijheid en Verdraagzaamheid, voorheen Nooit meer Oorlog, Zelfbestuur voor Vlaanderen en Godsvrede. In 1996 mondde de oudste dodenherdenking van Europa – elk jaar weer goed voor duizenden bezoekers – zelfs uit in een ordinaire knokpartij toen leden van extreem-rechtse groeperingen als Voorpost en Vlaams Nationaal Jeugdverbond de weide bestormden. Het beeld was daarmee nog maar eens bevestigd: daar in Diksmuide wapperen nog de vaandels en dreunen de laarzen. Niet voor niets trekt de IJzerbedevaart ook elk jaar weer veel Nederlanders die eens lekker willen huiveren. Het stoort hem. "De IJzerbedevaart is in de eerste plaats een oorlogsmonument voor hen die aan het front aan de rivier de IJzer sneuvelden in de Grote Oorlog, en een politiek symbool voor de strijd voor Vlaams zelfbestuur."

Omgevormd
Die strijd is intussen wel gestreden. Door een reeks staatshervormingen is België omgevormd tot een federale staat. Vlaanderen is rijker en welvarender dan Wallonië en de Volksunie, die aan de Vlaamse ontvoogdingsstrijd haar bestaansrecht ontleende, balanceert op de rand van de afgrond. De Vlaamse Christelijke Volkspartij (CVP) is uit de regering verdwenen. Een nieuwe, paars/groene coalitie is aangetreden die de dialoog over de oorlog in tegenstelling tot haar voorganger niet schuwt. Volgens De Wever is het dan ook de hoogste tijd om de zwarte bladzijde om te slaan. "De collaboratie was fout. En de repressie – in Nederland de zuiveringen genoemd, wat eigenlijk een betere benaming is – was terecht, maar is in Vlaanderen ontspoord. Onder historici bestaat daar allang consensus over. Het maatschappelijk debat moet echter nog gevoerd worden. En dat is nodig. Om de lucht te klaren tussen Vlaanderen en Wallonië, maar ook voor de nabestaanden van de collaborateurs, die zich al jarenlang afvragen of hun vader fout was en waarom hij dan fout was. Het is tijd dat ze een antwoord krijgen op hun vragen. Meer moet dat niet zijn."