Op Zaterdag 14 Oktober weer vroeg op weg richting Altenburg (D), hier hebben we overnacht.
Zondag naar Theresienstadt.
Het kamp werd op 10 Juni 1940 door de Gestapo overgenomen en op 30 Oktober werd het stadje Terezin als ghetto ingericht.
De niet-Joodse inwoners moesten in 1942 hun stad verlaten.
Dit voormalige concentratiekamp deed in de tweede wereldoorlog dienst als opvang voor Joden.
Voor het oog van de buitenwereld zag het er normaal uit, er was voldoende eten en nette huisvesting, echter dit was schijn. Als het Deense Rode Kruis kwam controleren werd gesuggereerd dat alles conform hun regels was.
Waren ze weg dan werden alle extra faciliteiten weer weggehaald.
Het kamp was onderverdeeld in de Kleine Vesting en het stadje zelf.
Een tentoonstelling liet op indringende wijze het alledaagse leven zien.
In het stadje zelf was een aparte tentoonstelling over het ghetto, speciaal voor de Joodse kinderen was een deel van de tentoonstelling ingericht.
Maandag begon ons programma met een bezoek aan de nieuwe Joodse begraafplaats die zich achter ons hotel bevond. Dit werd eind 19e eeuw in gebruik genomen, iets wat duidelijk te zien was aan de graven met rijke versieringen en in een stijl van rond de eeuwwisseling. Het meest bekende graf was dat van de schrijver Frans Kafka. Zowel op allerlei graven als op de muur van het kerkhof zeer vele gedenkplaten met daarop de namen van Joden die om waren gekomen in de concentratiekampen .
Een trieste aanblik.
Het volgende bezoek betrof het monument ter nagedachtenis aan de Tsjechische commando’s die op 27 Mei 1942 een aanslag pleegden op de Duitse Reichsprotektor; Reinhard Heydrich.
Ten gevolge van deze aanslag, stierf Heydrich op 4 Juni 1942.
Als represaille werden het dorp Lidice met de grond gelijk gemaakt, de mannelijke inwoners werden gefusilleerd en vrouwen en kinderen gedeporteerd, de nazi’s hadden op bevel van Hitler een dorp uitgezocht dat, in hun ogen, iets te maken had met de aanslag.
Van de groep kinderen werden er in totaal 88 later vergast.
Twee weken later trof het dorp Lezaky hetzelfde lot, alleen werden hier alle inwoners vermoord.
S ‘middags bezochten wij Lidice.
Op het terrein allerlei monumenten en beelden, het meest indrukwekkende is dat van de groep van de 88 vermoorde kinderen.
Dinsdag nam een lokale gids ons mee door de historische stadsgedeeltes.
Vlakbij het station bevond zich het voormalige hoofdkwartier van de Gestapo, een monument herinnert aan de gruwelijke dingen die in de dit gebouw plaatsvonden.
Na deze rondleiding was er gelegenheid om de oorlogsgraven te bezoeken op de grote begraafplaats “Olsany” hier vindt men Britse, Tsjechische, Bulgaarse, Poolse en Russische oorlogsgraven.
Het Britse militaire ereveld bevat 256 graven waarvan er 34 niet geïdentificeerd konden worden.
Op de Russische begraafplaats, compleet met monument, bevinden zich de graven van 429 Sovjet soldaten die omgekomen zijn bij de bevrijding van Praag in 1945.
De Tsjechische soldaten die in de eerste wereldoorlog aan het Italiaanse front zijn gesneuveld liggen op een ander gedeelte van de begraafplaats. Ook is er een monument voor de leden van de Tsjechische politie die omgekomen zijn tijdens de tweede wereldoorlog .
Een monument herinnert aan de 25 gesneuvelde Bulgaarse militairen die hier hun laatste rustplaats hebben gevonden.
Woensdag was de dag om op eigen gelegenheid de stad te verkennen.
Samen met nog 4 deelnemers bezochten we o.a. de Cyrillus en Methodius kerk waar de aanslagplegers op Heydrich hadden geschuild, na verraad werd de kerk omsingeld en de 7 parachutisten in zowel de kerk als de crypte vonden de dood.
Tegenwoordig is er een klein museum gevestigd dit is onderdeel van het legermuseum in Praag.
Het legermuseum zelf, is gevestigd in een groot gebouw waar de geschiedenis van het Tsjechische leger van 1740 tot heden aan bod komt. Een werkelijk fantastisch museum met een unieke collectie.
Donderdag weer terug naar huis, waarbij we terug konden kijken op een interessante en geslaagde reis.
Hans Rombouts