Midden in een van de kamers staat een fiets. Het achterwiel is op een verhoging gezet. Wie op de fiets gaat zitten, en dat mag in dit museum, kan een dynamo laten werken, waardoor er twee lampen gaan branden in de kamer. Ook in de oorlog ging het op deze manier. Brandstof was er nauwelijks, dus een oplossing als deze was welkom.


Het museum beeldt het dagelijkse leven tijdens de Tweede Wereldoorlog uit. Teksten in het Nederlands en het Duits en geluids- en beeldfragmenten moeten een indruk geven van het leven in de oorlog. In een van de kamers staan bijvoorbeeld stoelen met afbeeldingen van mensen. Als je in zo?n stoel gaat zitten, hoor je hun oorlogsverhaal.


Het museum wil de bezoekers bewust maken van de keuzes die mensen in de oorlog moesten maken. Dat was onder andere het geval met de voedselvoorziening. De 2500 extra monden op een relatief kleine bevolking dwongen de mensen te kiezen tussen hongerlijden of illegaal slachten.


Keuzes waren ook nodig als het ging om onderduiken of meewerken aan de arbeidsinzet. Wie onderdook, liep de kans dat de Duitsers een familielid gijzelden, om zo deelname aan de arbeidsinzet af te dwingen. Moeilijker was de keuze voor mensen die een gemengd huwelijk hadden. Veel mensen in de grensplaats waren met een man of vrouw uit Duitsland getrouwd.


Degenen die niets te kiezen hadden, waren de kinderen. Was je vader NSB?er, dan ging je bijna automatisch bij de Volksstorm. Met als gevolg dat anderen je na de oorlog met de rug aankeken. Juist tegen vooroordelen die er toen waren en die er nu nog zijn, komt het museum in verweer.


?Het doel is vooral om Nederlandse en Duitse jongeren in dit museum bij elkaar te brengen?, zegt Femke Akerboom, projectco?rdinator Nederland bij het museum. ?Een Duitser was in de oorlog niet per definitie een nazi en lang niet elke Nederlander had onderduikers in huis.?


Het museum gaat lespakketten samenstellen waardoor de jongeren met elkaar in contact moeten komen. Duitse en Nederlandse scholieren maken eerst op afstand kennis met elkaar, via de chatroom. Dan volgt een ontmoeting in het museum. In het museum krijgen ze in groepjes een rondleiding en een les in een educatieve ruimte. In deze ruimte kunnen ze op de computer bekijken wat er in het museum te zien is.


Bijzonder is de gang van het museum. Daar hangen twee kapstokken met aan allebei een aantal jassen. Elk daarvan beeldt de positie van iemand in de oorlog uit. De een stelt de jas van een koerierster uit het verzet voor, op de ander prijkt een jodenster en een derde behoorde toe aan een zwarthandelaar. In elke jas hangt een kaart, waar een verhaal op staat of waarmee een geluidsfragment te beluisteren is.


Even verderop bevindt zich een schuilkelder. Akerboom: ?Net over de grens ligt Bochelt. Die stad is zwaar gebombardeerd. Het is een keer gebeurd dat stukken van matrassen tijdens een bombardement neerkwamen in Aalten.? In de schuilkelder moesten alle mensen die zich in de omgeving van de markt bevonden schuilen.


Vlak aan de straat ligt de kamer van de Ortskommandant. Deze had in de oorlog zijn kantoor in het pand. Dit tot grote onvrede van de eigenares. Zij kon het niet verkroppen dat het portret van Hitler in de kamer hing. Daarom keerde ze het ondersteboven. Ook nu hangt er een afbeelding van de dictator. Dit keer met het portret naar de muur. ?Dat is aan de ene kant om de situatie van vroeger uit te beelden. Maar ook willen we joodse bezoekers van het museum niet confronteren met een portret van Hitler.?


Op de bovenverdieping staan tien open koffers waarin oudere mensen hun oorlogsverhaal kunnen achterlaten. Die worden later gebruikt voor lespakketten. In een hoekje van de bovenverdieping is een drukkerij opgesteld. ?Het illegale blad Trouw werd onder andere in Aalten gedrukt. Koeriersters moesten met de drukplaten van de ene naar de andere plaats, zodat ook elders kranten konden worden gemaakt.? Bijzonder op de zolder is een gat in een muur, waar onderduikers door kropen om zich te verschuilen. Ze zaten op hooguit enkele meters afstand van de Ortskommandant. ?Er konden er waarschijnlijk maar drie zitten. Mensen werden van hieruit al snel verplaatst naar een boerderij.?

Pal naast het onderduikersgat opent Akerboom een deur. Daarachter bevindt zich een hedendaagse tienerkamer. Een groter contrast kun je je haast niet voorstellen. Op de kamer staan meerdere moderne apparaten. Het middelpunt van de kamer vormt een fotoklapper die op het bureau staat. Op de foto?s staan mensen die in een Nederlands asielzoekerscentrum wonen. ?Dat zijn de onderduikers van tegenwoordig. Zo hopen we jongeren bewust te maken van de keuzes die ze nu maken.?


(Het museum aan de Markt in Aalten is van maandag tot en met zaterdag open van 14.00 tot 17.00 uur. Van dinsdag tot en met vrijdag is het ook van 10.00 tot 12.00 uur open.


Bron: Reformatorisch Dagblad