Voor de Nederlandse Joden verliepen de eerste maanden van de Duitse bezetting tamelijk rustig. Dat was een meevaller. In Polen hadden de Duitsers meteen razzia’s gehouden; duizenden Joden waren geëxecuteerd. Sinds de Kristallnacht van 9 november 1938 waren de pesterijen tegen de Duitse Joden overgegaan in terreur. Niets daarvan in Nederland.

Rijkscommissaris Seys-Inquart probeerde het Nederlandse volk met zachte hand voor zich te winnen. Strenge maatregelen tegen de Joden pasten daar niet bij. Voortekenen van naderend onheil waren er in 1940 wel. Joodse journalisten kregen hun ontslag bij de Telegraaf en het ANP. Joodse ondernemingen moesten zich laten registreren en ritueel slachten was voortaan verboden. De Ariërverklaring leidde tot ontslag van de eerste Joodse ambtenaren.

De Weerbaarheidsafdeling (WA), de knokploeg van de NSB, wilde meer. WA’ers traden op tegen winkeliers die weigerden het bordje ‘Joden niet gewenscht’ voor het raam te plaatsen. Op 9 februari 1941 vernielden ze daarom caf? Alcazar aan het Thorbeckeplein in Amsterdam. Vervolgens molesteerden ze bewoners van de Jodenbuurt. Op 11 februari raakte WA-man Hendrik Koot zwaar gewond bij een vechtpartij met Amsterdamse Joden op het Waterlooplein. Drie dagen later overleed hij. SD-chef Hans Rauter berichtte zijn superieuren in Duitsland, dat een Jood de halsslagader van Koot had doorgebeten en diens bloed gedronken. Voor straf werd de Jodenbuurt afgesloten, kwam er een avondklok en werd de Joodsche Raad in het leven geroepen. Onder voorzitterschap van diamantair A. Asscher en hoogleraar oude geschiedenis D. Cohen moest de Joodsche Raad anti-Joodse maatregelen aankondigen en uitvoeren.

IJssalon
Dat was de Duitsers niet genoeg. Ze wachtten op een aanleiding tot straffer optreden. Die kwam op 19 februari, toen leden van de Grüne Polizei met een bijtende vloeistof uit een ijssalon aan de Van Woustraat werden gejaagd. Eigenaars van de ijssalon waren twee gevluchte Duitse Joden, Kohn en Cahn. Als vergelding pakten de Duitsers ongeveer vierhonderd Joodse jongemannen op. Zij werden uit hun huizen gesleurd, afgeranseld, vernederd en afgevoerd naar de concentratiekampen Buchenwald en Mauthausen.

De inmiddels illegale CPN riep op tot staking, uit solidariteit met het ,,joodse deel van het werkende volk”. De respons was gering. Pas toen de arbeiders van het Gemeentelijk Vervoersbedrijf het werk neerlegden en het tramverkeer ontregeld werd, breidde de staking zich gemakkelijk uit, tot in de Zaanstreek, Hilversum, Utrecht en Haarlem. De Internationale zingend trokken honderden arbeiders naar het centrum van Amsterdam. Rijdende trams werden aangevallen.

Politiechef Rauter trad hard op. Voor de hele stad Amsterdam gold nu de avondklok. Een speciaal aangerukte eenheid van de SS Totenkopf Standarte beschoot toevallig passerende burgers en wierp met handgranaten. Er vielen negen doden en vijftig gewonden. Op 27 februari was het verzet voorbij.

De bezetting verhardde zich. Op 3 maart vond de eerste executie plaats. Slachtoffer was E. Cahn, mede-eigenaar van de ijssalon. Op 13 maart stierven drie leiders van de februaristaking op de Waalsdorpervlakte voor het vuurpeloton, samen met vijftien leden van de verzetsgroep De Geuzen. Van de weggevoerde Joodse jongemannen keerde niemand terug.

Barbarossa
Hitler werkte koortsachtig aan de voorbereiding van operatie Barbarossa, de invasie in de Sovjet-Unie. De vruchtbare grond van de Oekraïne en de olievelden van de Kaukasus moesten Duitsland Lebensraum geven. Miljoenen Duitsers zouden er een nieuw bestaan opbouwen, als kolonisten van het Derde Rijk. De verovering van de Sovjet-Unie was een belangrijk doel van de Duitse agressie in de afgelopen jaren. Om een oorlog op twee fronten te voorkomen, had Hitler in augustus 1939 zelfs een niet-aanvalsverdrag met Stalin gesloten. Zo kon hij eerst afrekenen met Engeland en Frankrijk.

In juni 1940 had Hitler de Fransen verslagen. De Britten hielden twee maanden later ternauwernood stand. Hitler had de handen vrij voor de Sovjet-Unie. Eerst dwong hij Joegoslavië, Hongarije en Roemenië tot een bondgenootschap. Gemakkelijk ging dat niet. Voor de Joegoslavische steun was zelfs een invasie nodig, tot wanhoop van de Hongaarse premier, die liever zelfmoord pleegde dan z’n Joegoslavische bondgenoot verraden.

Ook Mussolini zorgde voor problemen. Aangestoken door Hitlers militaire zeges was hij eind oktober 1940 Griekenland binnengevallen. Met hulp van de Britten hielden de Grieken echter stand. Op termijn bedreigden de Britse troepen zelfs de Roemeense olievelden, die Hitler nodig had voor zijn invasie in Rusland. Daarom hielpen de Duitsers in april 1941 hun Italiaanse vrienden uit het Griekse moeras.

Na de problemen met Griekenland en Joegoslavië viel Hitler op 22 juni 1941 Rusland binnen. Aanvankelijk verliep de invasie als een heet mes door zachte boter. Hoewel het front drieduizend kilometer breed was, kon de Duitse infanterie de pantsertroepen met moeite bijhouden. Hitlers plannen leken aanstonds werkelijkheid te worden: het verdrijven en uitmoorden van de Russen in de bezette gebieden, de totale verwoesting van Moskou en Leningrad. Deze Blitzkrieg overtrof alle vorige, ook omdat Stalin in 1937 en 1938 de Russische legerleiding had uitgemoord.

Herfstregens
Stalins belangrijkste wapen was de tactiek van de verschroeide aarde. Alles wat de terugtrekkende Russen moesten achterlaten, vernielden zij. Fabrieken en treinen gingen in rook op, bruggen werden opgeblazen. De Duitsers moesten alle voorraden uit hun Heimat laten komen. Hoe verder ze oprukten, hoe langer en kwetsbaarder de aanvoerlijnen werden. Herfstregens en de vroeg invallende, strenge winter deden de rest. Tanks liepen vast in de modder. Vlak voor Moskou en Leningrad lagen de Duitsers te kleumen in hun zomertenue. Hitler meende dat ze het volgende jaar hun campagne konden hervatten.

Dat was een illusie. Operatie Barbarossa was niet alleen laat uitgevoerd, ze was ook slecht voorbereid. De Duitse wapenfabrieken hadden de invasie te licht opgevat. Iets meer dan de helft van de Duitse invasietroepen was daarom uitgerust met wapens die op de Fransen waren buitgemaakt. Een strategie was er nauwelijks, want de Duitse generaals verwachtten dat de oorlog in juli voorbij zou zijn. Ze waren overdonderd en verblind door Hitlers succesvolle invasie in Frankrijk, die hij tegen hun wil had doorgezet.

Nu maakte Hitler fouten. Hij viel te laat aan en onderschatte de afstanden naar het front. Ook maakte de invasie een eind aan de levering van Russisch graan, olie, rubber, erts en katoen, waartoe Stalin zich krachtens het niet-aanvalsverdrag van augustus 1939 had verplicht. Op jacht naar grondstoffen sneed Hitler de aanvoer van grondstoffen af.

Terwijl de Duitsers vastliepen, viel Japan de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbour aan. Een dag later, 8 december 1941, verklaarde Amerika Japan de oorlog. Opnieuw maakte Hitler een fout: Hij verklaarde de oorlog aan Amerika. Daarmee kreeg hij de natuurlijke bondgenoten Engeland en Amerika tegenover zich. De Amerikaanse president Roosevelt had dit altijd al gewild, maar de publieke opinie in Amerika was steeds tegen deelname aan de oorlog geweest.

Het was alsof Hitler zijn onverstand doorzag. Bij de oorlogsverklaring aan Amerika maakte hij een merkwaardige opmerking: ,,We hebben de verkeerde kant gekozen. We zouden bondgenoot moeten zijn van de Angelsaksische mogendheden. Maar de voorzienigheid heeft ons deze fout in de wereldgeschiedenis opgelegd.”


Diverse feiten uit 1941

* Omdat de import van Amerikaanse en Engelse strips is stilgelegd, publiceert de Telegraaf stripverhalen over Tom Poes, geschreven door van de 29-jarige Marten Toonder.* Van het Haagse station Holland Spoor vertrekken 550 Nederlandse strijders naar het Oostfront, de eersten van ruim 20.000. De gereformeerde theoloog prof. H.H. Kuyper, wiens zoon ook naar het Oostfront gaat, zegt het een zegen te vinden als het Sovjet-regime ten val wordt gebracht. De meeste gereformeerden zijn dat niet met hem eens.* Omdat H. Colijn zich steeds duidelijker uitspreekt tegen de Duitse bezetting, groeit de ARP van 70.000 naar 250.000 leden. Alle politieke partijen worden verboden – behalve de NSB – en Colijn krijgt hotelarrest in Valkenburg.* In Auschwitz worden op 3 september voor het eerst gedeporteerde Joden in gaskamers om het leven gebracht. Dat gebeurt met het gifgas Zyklon B. In Babi Jar, bij Kiev, vermoorden de Duitsers 35.000 Joden.

De baby’s van 1941
Jesse Jackson, Amerikaans politicus; Oscar Arias S?nchez, president Costa Rica, winnaar Nobelprijs voor de vrede 1987; Paul Simon, Amerikaans popzanger; Robert Allen Zimmerman (Bob Dylan), Amerikaans popzanger.

De doden van 1941
J.R. Slotemaker de Bruïne, predikant en CHU-politicus (71); James Joyce, Iers schrijver (58); Wilhelm II von Hohenzollern, Duits ex-keizer, inwoner van Doorn (82); Virginia Woolf, Engels schrijfster (59); David Wijnkoop, communistisch politicus (65).